X bv doet in maart 2015 BPM-aangifte voor een uit Duitsland afkomstig Landrover uit 2014. Zij voldoet aldus € 81.799 aan BPM. Bij de schouw door de RDW heeft de auto een km-stand van 96 en zijn er geen gebruikssporen. Later stelt X bv dat het een gebruikte auto is en dat gelet op de datum van eerste toelating in Duitsland van 9 oktober 2014 het tarief van 2014 heeft te gelden. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt X bv in het ongelijk. X bv gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de auto na de vervaardiging nauwelijks in gebruik is geweest en dus als een nieuwe auto is aan te merken. De eerste datum van toelating in Duitsland is geen reden om hiervan af te wijken (zie HR 27 januari 2017, nr. 16/02949, V-N2017/7.20 en nr. 16/03401, V-N 2017/7.21). Er is dus ook geen aanleiding om een vermindering toe te staan op het historisch bruto BPM-bedrag. Bij een nieuwe auto zoals de onderhavige is het voorts niet mogelijk om het historische tarief (art. 10b lid 1 Wet BPM 1992) toe te passen. Het beroep van X bv is ongegrond.
